Blog#13 - Met de billen bloot

*Deze blog is geschreven door Anna, Lead Your Future’s branding coördinator. 

 

Na Madeliefs verhaal is het nu ook de beurt aan mij om met de billen bloot te gaan. Om jullie mijn verhaal te vertellen, dat ook nogal een aantal hobbels kent. Want hoe gemakkelijk Madelief de basisschool door kwam, zo lastig was het voor mij. 

 

Het ‘leuk’ vinden om naar school te gaan was voor mij van korte duur. Ik vond de basisschool leuk tot groep 3, wanneer je begint met lezen en schrijven. Ik kon de woorden die in mijn boekje stonden maar niet registreren in mijn hoofd. Letters begonnen niet voor mijn ogen te dansen, maar ik was soms gewoon overtuigd dat er wat anders stond dan dat mijn juffen beweerde. Woordjes als boek werden beok, echt werd egt en fiets werd viets. En laten we vooral niet beginnen over het eindeloze d/t verhaal. Tot op de dag van vandaag kost dat mij tijd en moeite om het te vervoegen met ‘ik/jij/zij loopt - verhaal’ of dat ik het kofschip erbij moet pakken. Gelukkig hebben we nu het internet dat me er bij helpt. 

 

Dat lezen (en schrijven). Dat ging dus niet gemakkelijk. Toen mijn klasgenootjes al een paar  AVI- niveaus verder waren was ik nog aan het struggelen met de basis. Ik werd al gauw naar de bijlesjuf gestuurd waar ik voor mijn gevoel uren in de week doorbracht. Ik kan me nog precies herinneren hoe dat muffe kamertje eruit zag en hoe het er rook. Een mix van zwarte koffie en stoffige boeken. Maar na een aantal testen was het hoge woord er al snel uit. Ik had dyslexie. Ik kan me nog herinneren dat ik het nogal stom vond dat ze de naam van mijn ’aandoening’ of ‘afwijking’ (het is maar hoe je het wilt noemen) zo ontzettend moeilijk moesten noemen. Hallo, ik kan het woordje kat nog niet eens goed uitspreken hoe denken ze dan dat ik het woord DYS-LEX-IE goed kon zeggen of schrijven.  

 

Dat ik dyslexie had was op zich geen verrassing. Want het zit in de familie, mijn vader heeft het en ook mijn zus. Maar ik, had wel een ‘ernstige’ vorm. Dat was wel weer jammer. Ik had deze stempel op mij gekregen en toen voelde dat een beetje als vonnis voor de rest van mijn leven. Ik voelde mij dom en dat werd eigenlijk door mijn omgeving alleen maar bevestigd. Klasgenootjes begonnen mij ermee te pesten en van juffen kreeg ik alleen maar moeilijke blikken en zuchten als ik het weer eens fout had. Klap op de vuurpijl, bleef ik natuurlijk ook zitten in groep 3 door mijn opgelopen achterstand en zag ik al mijn vriendinnetjes verder gaan.

 

Langzaam werd ik als kind steeds depressiever. Ik voelde mij gewoon ontzettend nutteloos. Ik dacht dat ik geen toekomst had. Toen mijn moeder ooit in een van mijn dagboekjes iets las waarvan ze schrok (toen vond ik dit natuurlijk mega erg, maar inmiddels ben ik haar dankbaar hiervoor), trok ze aan de bel. Ik ging naar een kinderpsycholoog die gespecialiseerd was in kindertrauma's. Daar ging ik met haar tekenen, spelletjes spelen en soms moest ik op de bank gaan liggen met mijn ogen dicht. Tussendoor praten we wel, maar daar kan ik me niet meer zoveel van herinneren. De doorbraak voor mij zat hem in een groepssessie met andere kinderen van mijn leeftijd. Ieder kind had wel iets en ik kreeg toen echt een soort AHA-moment dat er een lampje boven mij aan ging. Ik besefte dat ieder kind wel iets heeft om onzeker over te zijn, of dat nu dyslexie is of iets anders. Opeens voelde ik mij niet meer een zeldzaam geval en niet meer alleen. 

 

De jaren na mijn traject bij de psycholoog waren een stuk beter op de basisschool. Ik liep nog steeds achter met lezen en ook met rekenen zat ik een klas lager dan mijn klasgenootjes. Maar ik was er niet meer zo zwaarmoedig onder. Voor mijn NIO toets haalde ik vmbo-kader niveau, maar door mijn ijverige werkhouding en doorzettingsvermogen kreeg ik hoger advies van mijn juffen, vmbo-t. Zo kon ik naar de middelbare school waar ik ontzettend graag naar toe wilde gaan. 

 

De overgang van de basisschool naar de middelbare school ging voor mijn gevoel heel bewust. Ik had echt tegen mezelf gezegd: nu wordt het anders. Op de middelbare school waar ik op zat had je gemengde brugklassen dus kwam ik met leerlingen in de klas die op vwo-niveau zaten. Eerst was ik bang dat dit zou betekenen dat het een herhaling zou worden van mijn basisschooltijd. Maar dat gebeurde niet. Vanaf de intro dag voelde ik mij daar helemaal thuis en kreeg ik snel een club leuke vriendinnen en wat voor mij toen voelde als een wonder, ging school ook nog eens goed. Heel goed zelfs. Einde van de brugklas had ik de cijfers behaald om vwo te gaan doen. Ik was aan de ene kant stomverbaasd en aan de andere kant totaal niet, want ergens wist ik wel dat ik niet dom was, maar die overtuiging was er zo lang al in geslopen dat ik dacht dat die nooit meer weg zou gaan. 

 

Uiteindelijk ging ik naar de havo en haalde ik vijf jaar later mijn diploma op. Ik heb nooit meer echt terug gekeken naar de periode op de basisschool, maar ik weet dat ik er super veel van geleerd heb en als dit allemaal zo niet gegaan was, was ik nooit gekomen waar ik nu ben. 

 

Wat het natuurlijk ook wel heeft gedaan is een ontzettend ontevreden gevoel over gehouden over hoe het schoolsysteem in elkaar zit. Ik vind het ontzettend zonde dat er alleen maar wordt gekeken naar het IQ en de competenties van lezen, schrijven en rekenen. Het EQ en andere meer creatieve vaardigheden wordt niet naar omgekeken. Ik snap niet waarom. Ik denk dat er zo veel kinderen op jonge leeftijd een stempel krijgen, waar ze vervolgens nooit meer echt vanaf komen. Waardoor we veel jong talent misschien wel mislopen. Gek toch, dat het systeem dat juist gemaakt is om kinderen op te leiden en hen voor te bereiden op hun toekomst, hen uiteindelijk misschien meer tegenhoudt? 

2b1c53ea0bd3c358c9dc33f392c569fc